VAHINI'S

INHOUD

BABABOOKS


 

 
 
Bhagavân Sathya Sai Baba
over de
Bhagavad Gîtâ


De essentie van de Gîtâ

 

 

Krishna reed de strijdwagen tussen de beide legers, zodat Arjuna al zijn familieleden kon zien die daar op tegenovergestelde zijden geposteerd waren. Vervuld van diep mededogen zei Arjuna: 'O Krishna! Ik kan niet strijden! Ik word overweldigd door een gevoel van machteloosheid. Ik weet niet waar mijn plicht ligt. Ik smeek U, zeg mij wat voor mij het juiste is. Ik ben Uw leerling. Ik geef me geheel aan U over. AlstUblieft, wilt U mij de juiste weg wijzen?'

Toen antwoordde de gezegende Heer: 'Arjuna, schud deze wankelmoedigheid van je af. Deze is jou niet waardig. Geef je niet over aan zwakheid. Je wanhoop leidt tot niets; hij is niet gebaseerd op de werkelijkheid. Ken de waarheid van de ziel, Arjuna. Zoals een mens versleten kleren aflegt en nieuwe aantrekt, zo legt de ziel lichamen af en treedt nieuwe lichamen binnen. Lichamen worden geboren en wat wordt geboren moet ook sterven, maar de eeuwige, onsterfelijke ziel wordt nooit geboren en zal nooit sterven. Wapens kunnen het Âtmâ niet deren, vuur kan het niet verbranden, water kan het niet nat maken en de wind kan het niet verdrogen. De ziel is niet het vergankelijke lichaam. Zij is het onvergankelijke Zelf in elk mens. Als je dat eenmaal weet, waarom zou je dan nog bezorgd zijn? Wijze mensen treuren nooit, niet om de doden en niet om de levenden.
Ik ben die ziel, Arjuna. Ik ben de Allerhoogste Heer, zetelend in het hart van elk levend wezen. Ik ben de vader en ook de moeder van deze wereld en Ik houd haar in stand. Ik ben het Begin, het Midden en het Einde. Alles is uit Mij gemaakt, alles is doordrongen van Mij. Geen enkel schepsel kan zonder Mij bestaan. Welk pad mensen ook gaan, het is Mijn pad. Waar zij ook heen gaan, zij bereiken Mij. Hoewel Ik besta zonder geboorte en verandering, manifesteer Ik Mij toch van tijdperk tot tijdperk. Steeds wanneer rechtschapenheid in verval is en ongerechtigheid overheerst, zal Ik een vorm aannemen om de goeden te beschermen en om het kwaad te vernietigen.

Omdat Ik verhuld word door de ongekende kracht van mijn illusie, mijn mâyâ, herkent de wereld Mij niet. Hoewel zij Mij niet kennen, Arjuna, ken Ik hen allen... hun verleden en hun toekomst. Omdat zij Mijn bovenzintuiglijke aard niet begrijpen, beschouwen de onwetenden Mij, die steeds ongemanifesteerd en onvergankelijk bestaat, als een gewone sterveling. Niets wetend van Mijn werkelijkheid, negeren zij Mij en worden in beslag genomen door de wereld met zijn hoop die niet vervuld kan worden, zijn onbeduidende handelingen en ongegronde kennis. Verstrikt in het net van mâyâ worden zij rondgedraaid als marionetten in een draaimolen. Mijn goddelijke illusie is zeer moeilijk te overwinnen. Van de duizend mensen worstelt er misschien slechts één om Mijn waarheid te leren kennen. Zelfs onder hen die zo worstelen lukt het misschien slechts één Mij in werkelijkheid te kennen. Dat is dan een yogi, standvastig en wijs.
Daarom Arjuna, wees jij een yogi. Neem met geheel je wezen toevlucht tot Mij alleen en door Mijn genade zul je de hoogste vrede verkrijgen. Houd vanaf dit moment je aandacht gestaag gericht op Mij die in je hart verblijft. Wees toegewijd aan Mij, buig je voor Mij neer, aanbid Mij die altijd in je is en je zult je spoedig verenigen in Mij. Ja, waarlijk dit beloof ik je Arjuna, want je bent Mij zeer dierbaar.

Arjuna, wie voor Mij werkt, Mij tot zijn hoogste doel heeft gemaakt, wie Mij is toegewijd, onthecht is en geen enkel schepsel een kwaad hart toedraagt, die zal snel tot Mij komen. Hij die Mijn goddelijke geboorte en Mijn werk kent, zal na de dood niet meer geboren worden. Hij zal Mij overal zien, de Onvergankelijke temidden van de vergankelijken, zetelend in alle schepselen. Hij zal Mij niet verliezen, noch Ik hem.
Voor hen die Mij altijd voor ogen hebben en Mij gestaag dienen met genegenheid, zal Ik de last dragen en hun geven wat ze nodig hebben. Als zij onderling over Mij spreken, zullen zij altijd tevreden en blij zijn. Uit mededogen voor hen, sterk Ik hun onderscheidingsvermogen en met de lamp der wijsheid vernietig Ik de duisternis der onwetendheid, die hun inzicht vertroebelt. Als zij hun zintuigen onder controle brengen, verkrijgen zij de hoogste kennis en, losgekomen daarvan, zullen zij de gelukzaligheid verkrijgen.
Door de wereld van dood en verderf [vernietiging] te ontstijgen, verkrijgen zij onsterfelijkheid.

Arjuna, alles wat men Mij offert met liefde, zij het een blad, een bloem of een vrucht, of zelfs een beetje water, en zulke gewijde offerandes komen uit een rein hart, Ik zal ze zeker aannemen. Wat je ook doet, wat je ook eet of offert of weggeeft, welke soberheid je jezelf ook oplegt, draag het op aan Mij. Dan zul je verlost zijn van de gevolgen van je daden en je zult spoedig innerlijke rust krijgen en de gave bezitten der onthechting. Ben je innerlijk in evenwicht en heb je afstand gedaan van de vruchten van je arbeid, dan zul je voor aitijd bevrijd zijn van de ketenen van geboorte. Daarom, draag elke handeling aan Mij op. Concentreer je geest krachtig op Mij. Ik zal door jou heen handelen en je bevrijden van alle zonden. Wees niet bang. Door Mijn genade zul je alle hindernissen te boven komen.

Maar als je door eigenwaan niet naar Mij luistert, zul je zeker ten onder gaan. Je denkt misschien: Ik wil niet strijden, maar gedreven door plichtsbesef zal jouw eigen natuur je dwingen te strijden. Wat je uit zinsbegoocheling niet wenst te doen, zul je in weerwil van jezelf toch doen. Sta op, Arjuna! Sla deze onwetendheid en de waan die daaruit ontstaat aan stukken met het zwaard der kennis dat Ik je gegeven heb; deze onwetendheid die de echte waarheid in twijfel trekt van de goddelijkheid die in je hart aanwezig is.
Arjuna, sta op en kom tot glorie. Je hebt de gelofte gedaan om
dharma [rechtschapenheid] hoog te houden. De krachten van onrecht vieren hoogtij. Je zult hen tegemoet moeten treden en ze vernietigen. Neem je toevlucht tot Mij, Arjuna. Denk altijd aan Mij... en vecht! Jij bent het niet die deze helden doodt, maar Ik. Ik ben de schepper van de wereld en Ik houd haar in stand, maar Ik ben ook de almachtige tijd die de wereld vernietigt en alles verslindt. Deze krijgers in de vijandige legers zijn reeds door Mij verslagen.

Arjuna, je bent slechts het instrument waardoor Ik Mijn daden verricht. Kijk, Ik zal je een visioen geven van Mijn universele vorm, waarin je de eenheid kunt zien van alles wat bestaat. Aanschouw Mijn goddelijke macht, aanschouw het hele universum, bewegend en in rust, alles vereend in Mij! '

Overweldigd door verwondering en verbazing boog Arjuna het hoofd in aanbidding en sprak met de handpalmen tegen elkaar: 'O grootste God! Heil aan U. Heil en nog eens heil! Als duizend zonnen te zamen stralen aan de hemel, dan zou die glans slechts een afschijnsel zijn van Uw pracht. U bent het hoogste Zijn... de onsterfelijke behoeder van het eeuwige dharma. U bent alles wat er te weten is. Alle werelden sidderen van ontzag bij het aanschouwen van Uw wonderbaarlijke vorm. Ook ik. Zoals vele rivieren naar de oceaan stromen, verdwijnen deze helden uit onze mensenwereld in Uw vlammende mond.'

Toen nam de gezegende Heer weer zijn vriendelijke vorm aan en zei: 'Uit genade heb Ik je deze oorspronkelijke vorm van Mij laten zien. Het is wel bijzonder moeilijk om te zien wat jij hebt gezien. Noch door de geschriften, noch door vasten, noch door liefdadigheid, noch door opoffering, maar slechts door onverdeelde toewijding kan men Mij in deze vorm aanschouwen. De ervaring die Ik je heb gegeven en de kennis die Ik je heb geschonken zijn de kostbaarste van alle schatten. Heb je met volle concentratie naar Mij geluisterd, Arjuna? Is de begoocheling die door jouw onwetendheid was veroorzaakt nu verdwenen? Denk na over alles wat Ik je gezegd heb, overdenk het ten volle en doe dan wat je het beste vindt.'

Arjuna antwoordde: 'O Heer van het universum, Uw machtige en wonderbaarlijke woorden bevatten de hoogste wijsheid en U hebt ze met zoveel mededogen uitgesproken. Door Uw genade is mijn zinsbegoocheling nu vernietigd. Ik ben vrij van alle twijfel. AlstUblieft, leid mij. Ik zal alles doen wat U beveelt.'

 

 
 
 
 
 

 

 

Oorspronkelijke titel: Bhagwan Sri Sathya Sai Baba,
Discourses on the Bhagavad Gita, Sri Sathya Sai Books and Publications Trust, Prashanti Nilayam, India
Vertaling: Stichting Sri Sathya Sai Baba Nederland
ISBN 90-202-5584-3

 

VAHINI'S

INHOUD

BABABOOKS


Bhagavad-Gîtâ - The Divine Song | Geetha Vahini | Een Lied van Geluk | Gîtâ Gezongen | Woordenlijsten | Audio